-
1 ein Konto mit 100 Gulden belasten
ein Konto mit 100 Gulden belastenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein Konto mit 100 Gulden belasten
-
2 belasten
belasten1 belasten 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ beladen, bezwaren, drukken op; 〈 figuurlijk ook〉 bedrukken, een blaam werpen op2 afschrijven, debiteren, belasten♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский